Enquête rhinopneumonie

Geachte heer/mevrouw,

Fijn dat u deel wilt nemen aan deze enquête over rhinopneumonie. 
Uw deelname is belangrijk, en wordt zeer op prijs gesteld door zowel GD als fD.
De vragenlijst bestaat uit 38 vragen die betrekking hebben op uw dierenartsenpraktijk en de ervaringen met paarden met rhinopneumonie die u (mogelijk) heeft gezien.
De informatie wordt anoniem verwerkt.
 
 
Alvast hartelijk bedankt!
 
1.Welk deel van uw werktijd besteed u aan de volgende diersoorten? (totaal moet gelijk aan 100% zijn)
 
2. Met hoeveel paardendierenartsen werkt u in uw praktijk?
 
 
 
6. Welke uitslagen krijgt u globaal (graag in percentages van alle gediagnostiseerde monsters)?
 
 
 
10. Welke sectie uitslagen krijgt u van de abortusgevallen, globaal gezien?
 
 
 
14. Hoe vaak zag u het afgelopen jaar een EHV-1/4 infectie, als ‘uitbraak’ bij meerdere paarden op een bedrijf?
 
 
 
18. Ziet u verschil in voorkomen van de neurologische vorm bij paarden van verschillend geslacht, leeftijd, ras of valt u iets anders op?
 
 
 
 
 
 
 
22. Ziet u een toenemende of afnemende trend in het voorkomen van rhinopneumonie ter gevolge van een EHV-1/4 infectie in uw praktijk over de afgelopen twee jaar?  
Toenemende trend Afnemende trend Gelijk Geen idee


 
23. Hoe behandelt u een paard met de respiratoire vorm van rhinopneumonie?
 
24. Hoe behandelt u een paard met de abortus vorm van rhinopneumonie?
 
25. Hoe behandelt u een paard met de neurologische vorm van rhinopneumonie?
26. Welke soort bedrijven adviseert u wel en welke soort bedrijven adviseert u niet, om te vaccineren tegen rhinopneumonie? Welke overwegingen spelen hierbij een rol?
 
 
 
29. Indien u dit vaccin gebruikt, hoeveel paarden heeft u (naar schatting) gevaccineerd in de afgelopen 12 maanden in uw praktijk?  
 
30. Indien u vaccineert tegen rhinopneumonie, voor welk type bedrijf is in uw optiek vaccineren het meest geschikt? Meest geschikt = 1, minst geschikt = 6.
1 2 3 4 5 6


 
 
31. Wat zijn voor u redenen om een vaccinatie tegen een EHV-1/4 infectie NIET aan te bevelen
32. Welke (preventieve) managementmaatregelen adviseert u uw cliënten wanneer er op de stal een uitbraak is van de respiratoire vorm van rhinopneumonie?
 
33. Welke (preventieve) managementmaatregelen adviseert u uw cliënten wanneer er op de stal een uitbraak is van de abortus vorm van rhinopneumonie?
 
34. Welke (preventieve) managementmaatregelen adviseert u uw cliënten wanneer er op de stal een uitbraak is van de neurologische vorm van rhinopneumonie?
 
35. Indien bij de abortus vorm van rhinopneumonie besloten wordt het bedrijf te sluiten, hoe lang adviseert u dit te doen? Wat zijn uw overwegingen?
 
36. Hoe vaak wordt uw advies bij de abortus vorm van rhinopneumonie inderdaad opgevolgd?
 
37. Indien bij de neurologische vorm van rhinopneumonie besloten wordt het bedrijf te sluiten, hoe lang adviseert u dit te doen? Wat zijn uw overwegingen?
 
38. Hoe vaak wordt uw advies bij de neurologische vorm van rhinopneumonie inderdaad opgevolgd?
 
Uw antwoorden en uw gegevens worden uiteindelijk natuurlijk anoniem verwerkt!
 
Bedankt voor het invullen van deze enquête, lever hier onder de enquête in!
* = Invoer verplicht
 
Totaal moet gelijk zijn aan 100%
We realiseren ons dat u vaak wel wilt, maar de eigenaar niet altijd.
We realiseren ons dat u vaak wel wilt, maar de eigenaar niet altijd.
We realiseren ons dat u vaak wel wilt, maar de eigenaar niet altijd.
Kies per variant wat van toepassing is.
In het aantal paarden en percentage van het totaal